Lief reisdagboek,

Dit artikel schreef ik - in iets andere vorm - voor Nadelunch.com, waar je iedere maand een (reis)artikel van mij kunt vinden.

. . .

Als ik op reis ben, is mijn kartonnen boekje met de wereldkaart op de kaft mijn beste vriend. Het reisdagboek staat vol leuke adresjes, halve menukaarten, internetadressen, (voornamelijk gekke) dingen die me opvielen en tips voor een eventueel volgend bezoek. Ook wel een béétje met persoonlijke verbazingen en gedachten, maar eigenlijk schrijf ik het vooral met de gedachte dat iedereen het moet mogen lezen - en er bovendien tips uit kan halen wanneer hij of zij eens op die plek is.

links: een van mijn favoriete pagina's, van een dagje Praag // rechts: bezig met een dagje Stockholm

Mijn reisdagboek – toen nog in de vorm van een schriftje met Mickey en Minnie Mouse op schaatsen – en ik vonden elkaar zo’n vijftien jaar geleden. Toen zat ik met een berg tickets en plattegrond met kruisjes in een huisje in Denemarken en vond ik het zonde alles weg te moeten gooien. Stel je voor dat ik nog ooit terug zou komen? Dan moet ik wel weten waar je die lekkere frietjes eet en waar die leuke speelgoedwinkel zit, hè.

Hoewel ik nu andere dingen onthoud van mijn reizen, is er eigenlijk weinig veranderd: ik bewaar nog steeds alles en weiger leuke dingen weg te gooien. Mijn reisdagboek is altijd bij me. Vaak willen mensen er doorheen bladeren. Er komen vriendinnen bij me langs, op zoek naar tips voor de plek waar ze naartoe gaan, en daarna volgt vaak een “Ik zou willen dat ik dat ook deed”. Mijn antwoord is vervolgens: “Maar dan doe je dat toch?”

Je hebt nodig: een reisdagboek, een pen, en eventueel plak

Schrijf jij (al) een reisdagboek?

Nee? Gewoon doen hoor! Als je wilt dan, want het kost wel tijd — en een beetje discipline. Net als met veel andere dingen wordt het stukken makkelijker als je een vast tijdstip met jezelf afspreekt, vooral als je voor een langere periode weg bent. Elke avond of juist elke ochtend, die keren dat je in een trein, bus of vliegtuig zit, of zit te wachten op je eten of kop koffie.

Hoe je schrijft is ook een persoonlijke keuze. Steekwoorden, halve boeken, beknopte lijstjes… alles werkt. Ik beantwoord vragen als” “Wat heb ik gedaan?”, “Waar ben ik geweest?”, “Wat heb ik gezien?”, “Wat heb ik gegeten, en was het lekker?”, “Wie heb ik gesproken en wat viel me op?” Dit vul ik aan met wat ik verder wil vertellen. Hoeveel dat is, verschilt van bladzijde tot bladzijde.

Knippen en plakken

Schrijven is leuk natuurlijk, maar zo’n reisdagboek wordt nog leuker met illustraties. Als je kunt tekenen is dat fantastisch, maar anders zijn er ook tal van mogelijkheden. In mijn koffer zitten altijd een plakstift (vooral de fotorollers van de Hema zijn fantastisch), een potlood om een kader te tekenen – en zo ruimte over te laten voor wat je in je boekje wilt plakken als je op dat moment geen lijm hebt – en als het even kan een schaar. Bij gebrek aan plak is een rolletje masking tape ook handig, al is het maar om te zorgen dat je je verzamelde dingen niet kwijtraakt.

Wat voor dingen je op kunt plakken? Dat hangt natuurlijk af van wat je doet en waar je bent, maar eigenlijk is alles dat plat en niet te zwaar is perfect. Denk aan de volgende dingen:

• Tickets. Je boarding pass, metro/bus/treinkaartjes, entreekaartjes van musea en de bioscoop, en kassabonnetjes kunnen goede herinneringen aan een reis oproepen.
• Plattegronden of metrokaartjes kun je gebruiken om leuke plekken te omcirkelen.
• Snoeppapiertjes en papieren zakjes die bijvoorbeeld om een broodje zaten zijn ook een goed idee. Ik vind het zelf bijvoorbeeld fantastisch om gekke, buitenlandse snoepjes te kopen en daar zit mijn reisdagboek dan ook vol mee.
• Visitekaartjes. Deze kaartjes liggen in veel restaurants en cafeetjes bij de kassa. Je zou ook een stempelkaart om te sparen voor een gratis koffie of thee kunnen meenemen. Ook als de kaartjes niet mooi zijn, zijn ze sowieso handig: de naam en het adres staan er namelijk op!
• Ansichtkaarten zijn ook erg leuk voor in je boekje. Koop ze in een propvol souvenirwinkeltje of pak ze gratis mee: veel landen hebben zoiets als Boomerang.
• Andere tips: foto’s uit fotohokjes, stukjes uit flyers, bloempjes of blaadjes (die je natuurlijk eerst droogt).

Londen: rondjes om alle metrostations waar ik uit ben gestapt, papiertje van het lekkerste ijs en stukje TATE Modern brochure

Herinneringen ophalen met een lach

Mijn persoonlijke favorieten so far zijn een zakje gevuld met zand van het zwarte zandstrand in Vík op IJsland, een nep rozenblaadje van Bed Lounge in Praag en een oranje origamizwaan. Die vouwde een Japanse meneer tegenover me in de trein naar Kopenhagen, en zit nu dus in dat allereerste Mickey Mouse-schriftje.

Maar eigenlijk is het allerleukste van een reisdagboek de gedachte dat ik me de volgende keer op een saai vliegveld niet hoef te vervelen: dan heb ik namelijk een boekje om doorheen te bladeren, en mooie herinneringen om aan terug te denken.

  ❊ Schrijf jij dingen op tijdens je reis? In een boekje, of op losse papiertjes? En als dat in een
  boekje is: heb jij nog tips? Hoe zien jouw reisdagboeken eruit? ❊